Van ijs naar asfalt, of het nou op de wieltjes of op de wielen is, het is de jaarlijkse rituele verschuiving na het schaatsseizoen. Skeeleraars stappen bijna zonder pauze over, de Europacups, landelijke baanwedstrijden en nu al het NK vragen het nodige en voor echte rust is er nog geen tijd. Het zomerseizoen is een tijd van verandering en dat is goed en verfrissend. Verandering van spijs doet eten.
Het leidt bij sommigen zelfs tot een carrièrewisseling, zoals schaatser Joop Zoetemelk, die trainde bij Egbert van ’t Oever, maar toch ook leuk met de fiets overweg bleek te kunnen. Met de schema’s van Van ’t Oever in de hand veroverde hij zijn eerste Nederlandse wielertitel. De rest is (een zeer rijke) geschiedenis. Anderen stappen over binnen de sport en switchen tussen shorttrack, langebaan, marathon en skeeleren. Soms volledig, soms als seizoenswisseling, Voor olympisch schaatskampioen Bart Swings is het skeeleren even belangrijk als ademen en laat hij elke zomer weer zien dat hij de sterkste is van allemaal.
In de zomer gaat alles anders en wordt er keihard gewerkt. Jordan Stolz vertrekt met z’n familie naar Alaska, waar hij gaat jagen, maar waar hij vooral dagelijks lange ritten maakt op de mountainbike. Tessa Snoek gaat fietsen, rijdt skeelermarathons en is niet onverdienstelijk aan het hardlopen, getuige haar winst op de 10 kilometer in de Halve van Nijkerk afgelopen april. Wat niet verandert, is het heilige banaantje op de Weissensee. Verzorgt door een team van Isero staan ze jaarlijks op de Weissensee dat kostbare brok eiwitten uit te delen aan hongerige afstandsbeulen. Toch hebben ook zij zich aan de tand des tijds aangepast. Ook het beulen op natuurijs tegen de wind in, zoals in het Zweedse Luleå gebeurde, is zo oud als de tijd maar blijft juist daarom zo prachtig. Datzelfde geldt voor het kortebaanschaatsen, al maakte dat door de eeuwen heen flink wat veranderingen mee. De huidige tussenstand is dat de besten van de wereld zich meten bij de altijd spectaculaire Zilveren Bal in Leeuwarden, waar de wieg stond van het rossen op het rechte eind. Wat verandering laat zien, is dat het verfrist, dat het nieuwe impulsen geeft, dat het soms leidt tot een compleet nieuw perspectief. Dat het soms leidt tot een nieuwe invulling of dat het soms leidt tot het beoefenen van een compleet andere sport. Verandering voorkomt dat je vast gaat zitten in oude patronen, waardoor je niet vooruitkomt, waardoor je niet de dingen ontdekt die de sport, en wellicht zelfs het leven, gewoon mooier maken. Laat die zomer maar komen!
Johan Boef
Eindredacteur Schaats Inside