In het Groningse Ten Boer is zaterdag schaatsicoon Jan Uitham overleden. Uitham werd 94-jaar oud. In 1963 eindigde hij als tweede in de Elfstedentocht. Het leverde hem grote roem en bekendheid op. Het levensverhaal en de sportprestaties van Jan Uitham zijn indrukwekkend. In 1942 nam Jan Uitham op 17-jarige leeftijd deel aan zijn eerste Elfstedentocht. Hoewel Uitham nog niet de vereiste minimumleeftijd had voor deelname van 18-jaar, slaagde hij er toch in om een startkaart te bemachtigen. Op weg van Groningen naar de start van de Elfstedentocht in Leeuwarden ontsnapte Uitham ter ternauwernood aan de dood toen de trein waarin Uitham zat werd bestookt door geallieerd vuur.
In 1947 had Jan Uitham dolgraag aan de Elfstedentocht willen deelnemen, maar als zoveel jonge mannen van zijn generatie had hij een oproep ontvangen om te dienen in Nederlands-Indië, deelname aan de Elfstedentocht zou zijn kansen om te worden afgekeurd verminderen. Hij sloeg de Elfstedentocht in 1947 over, maar hij kon niet voorkomen dat hij toch werd uitgezonden naar de Oost. Zijn diensttijd trok een zware wissel op zijn privé leven, hij miste de geboorte van zijn eerste dochter, die hij pas voor het eerst zag na zijn terugkeer in Nederland. Zij was toen al drie jaar oud. Door het overlijden van zijn vader tijdens zijn verblijf in Indië werd hij voortijdig gerepatrieerd en moest hij als oudste zoon noodgedwongen het boerenbedrijf voortzetten en voor het gezin zorgen. Zijn moeder was in de oorlogjaren overleden als gevolg van een slopende ziekte.
Samen met zijn broer Max koos Jan in 1954 voor deelname aan de klassieker De Noorderrondritten in plaats van aan de Elfstedentocht die op dezelfde dag werd georganiseerd. In 1956 startte Jan Uitham wel in de Elfstedentocht, maar moest door een ernstige blessure, de strijd voortijdig staken. In 1963 – Uitham was toen al bijna veertig jaar oud – leverde hij de meest aansprekende sportprestatie in zijn sportcarrière, door tweede te worden in de Elfstedentocht. De aimabele Jan Uitham liet na zijn tweede plaats vaak weten dat hij het als een miskleun zag, “de grootste blunder van de 20e eeuw”, grapte Uitham, dat hij na de demarrage van Paping in de Elfstedentocht, even voor Harlingen, niet was mee gesprongen. Anton Verhoeven en Jeen van den Berg en Uitham gaven de uitlooppoging van Paping gezien de barre omstandigheden geen enkele kans. Een misrekening! Tegen alle verwachtingen in, hield Paping stand en bouwde hij zijn voorsprong uit tot bijna tien minuten op zijn achtervolgers. Na het sneeuwblind worden van Anton Verhoeven, bleven Jan Uitham en Jeen van den Berg over voor de strijd om de tweede plaats. Vlak voor de finish op de Grote Wielen, demarreerde Uitham bij van den Berg. Max Uitham werd 8e in de Elfstedentocht van 1963.
Na afloop en gedurende zijn hele sportcarrière zou Uitham altijd publiekelijk verklaren dat Reinier Paping de terechte winnaar was van de Elfstedentocht, ook nadat er geruchten gingen dat Paping gedurende tocht hulp gekregen zou hebben van voorrijders bij de passage van enkele dorpen in het Noord-Friese land. Uitham stelde dat het voordeel dat Paping daarvan gehad zou hebben miniem was en verwees hij alle verdere verdachtmakingen tot op hoge leeftijd consequent naar het rijk der fabelen.
De op en top sportman, Jan Uitham, had sportiviteit hoog in zijn vaandel staan. Hij relativeerde vaak zijn eigen sportprestaties en hij vond zichzelf geen echte winnaar. Desondanks won Jan Uitham in 1963 enkele weken na de Elfstedentocht de klassieker de Noorderrondritten. De lengte van de sportcarrière van Jan Uitham is indrukwekkend. In 1980, Uitham was toen 55-jaar, werd hij derde in de Alternatieve Elfstedentocht. Vijf jaar later, op zestig jarige leeftijd eindigde hij op de derde plaats in de Noorderrondritten van 1985. Hij reed in dat jaar ook de Elfstedentocht uit als wedstrijdrijder, ruim binnen de limiettijd. Jan Uitham groeide uit tot een ambassadeur van de schaatssport. Naast zijn verdiensten voor de sport verbond hij ook zijn naam aan de politiek in Groningen, hij schuwde het niet om het in het openbaar het op te nemen voor het lot van de Indië-gangers. Als lijstduwer van de partij voor het Noorden uitte hij geregeld zijn ongenoegen over het verkwanselen van de Groningse belangen in Den-Haag.
Op 16 februari 2019 sprak de Leeuwarder Courant met Jan Uitham. In de rubriek Sneon en Snein werd van Uitham en zijn achterkleindochter , topschaatsster, Aveline Hijlkema een dubbelportret gemaakt. In het interview liet Uitham weten dat zijn zichtvermogen grotendeels was afgenomen en dat hij vreesde dat hij aan de krant zijn laatste interview had gegeven.
Op zaterdagmorgen 20 april overleed Uitham in het bijzijn van zijn familie, in Zorgcentrum Bloemhof in Ten Boer. Jan Uitham overleefde zijn vrouw, en laat drie kinderen, vijf kleinkinderen en drie achterkleinkinderen na. In het eerste Friese schaatsmuseum in Hindeloopen is er een vitrine samengesteld over de schaatscarrière van Jan Uitham en in 2009 verscheen er een boek over hem, ‘Tjonge wat een kerel!’ Uitham wordt op vrijdag 26 april in besloten kring begraven.
Door: Mark Hilberts