“We hebben wel een hele mooie stap gezet vorig jaar door het daadwerkelijk nou eens eindelijk te gaan doen”, zegt Dennis Klaster. Hij is bekend als manager van shorttrackers Sjinkie Knegt en Suzanne Schulting, maar dankzij zijn Koreaanse contacten ook verantwoordelijk voor het opzetten van de Icederby. En faalden anderen in het verleden, vooral door een tegenwerkende ISU, Klaster had vorige winter de boel al aardig op de rit. “Die baan lag er in, dat was mooi om te zien natuurlijk. Je zag enthousiasme bij de jeugd die hier aan het trainen was.”
Icederby in de bubbel?
En nu? Nu ligt alles stil. Met corona had niemand rekening gehouden en Dennis is uiteraard geen uitzondering. En dat is jammer, want er zat echt beweging in. Met de ISU, in het verleden fel tegenstander, wist hij gezamenlijk op te trekken. Constructief. “Je wilt die wedstrijd niet houden en dat de langebaners dan vervolgens zeggen dat ze niet mogen meedoen. Dus vandaar dat we op het op deze manier hebben gedaan: eerst een testrun samen met de ISU. Die heeft feedback gegeven over wat je kunt verbeteren op basis van veiligheid en dat is heel positief. Die hickups zijn er nu niet meer.”
Het zou dus in principe kunnen doorgaan, ook nu in coronatijd. Er is wel gesuggereerd om ook voor de Icederby dan maar een bubbel te creëren, zoals in de NBA en straks mogelijk in het langebaanschaatsen. Maar daar ziet Klaster niets in. Het moet wat hem betreft gelijk goed beginnen, geen half werk. “Het idee van de Koreanen, maar ook van ons, was dat als we in Nederland als schaatsmecca van de wereld een nieuwe sport gaan lanceren, dan moet dat met veel bombarie gebeuren. Dan moet je daar ook een stuk entertainment bij gaan doen. Dat doe je niet vanuit de bubbel.”
Geen softlaunch dus, met wat toernooitjes hier en daar, maar een grote wedstrijd als statement dat niemand kan ontgaan. Met veel publiek. “Ik denk dat we dat verplicht zijn aan de sporters, direct iets neerzetten. Als je kijkt hoe het shorttrack zich ontwikkelt, hoe het langebaanschaatsen zich steeds meer ontwikkelt in de stadions, dan moeten we geen slap aftreksel gaan neerzetten.”
ICE1, de ‘Superbowl van het schaatsen’
En ja, dit jaar is een verloren jaar, maar ook zonder corona had er nog wel een en ander moeten gebeuren. Neem het prijzengeld. Al bijna 10 jaar wordt er geschermd met enorme bedragen. Miljoenen in de prijzenpot. En zo’n groot evenement organiseer je natuurlijk ook niet voor niks. “Als je big entertainment wil doen, dan kost het verhaal natuurlijk ook geld. En dat is iets wat een aantal jaren wel lastig is geweest, dat we de funding niet rond konden krijgen,”
Daarom is het van groot belang dat sponsoren zich aan het evenement verbinden, legt Klaster uit. Het is geen hogere wiskunde. “Je wilt zoveel mogelijk spin-off genereren bij zo’n evenement en dat levert geld op. Kijk wat Hyundai doet bij de Superbowl in Amerika, wat voor bedragen daar omgaan. Vanuit de visie van Icederby’s visie willen we de ‘Superbowl van het schaatsen’ organiseren, met de naam ICE1. En op dit moment is Nederland de beste locatie voor ICE1. Maar zo moet je wel denken, dat op die manier deze competitie gesponsord kan worden door een merk. Er zijn heel veel grote bedrijven, en niet alleen in Korea, die daar wellicht wel interesse in hebben.”
In dit verband wordt ook het geld uit de gokwereld genoemd, maar dat wuift Klaster weg. “Op de eerste wedstrijd kan nog helemaal niet gegokt kan worden Die wedstrijd staat gewoon in het teken van het designen van de nieuwe sport. Maar gokgeld richting de sport: zo is de icederby wel neergezet. Zover zijn we alleen nog niet. In Nederland niet, in de wereld niet. En laten we niet vergeten, op elke wedstrijd wordt gegokt. Op het langebaanschaatsen, op het shorttrack, de Olympische Spelen. Dus het is al heel snel vanuit de gokhoek neergezet. Maar laten we nou eerst die sport gaan neerzetten.”
Datum stellen bij normalisering
Dit seizoen beschouwt Klaster als verloren. Het organiseren van langebaan- en shorttracktoernooien is al lastig genoeg, áls het allemaal doorgaat. Dan moet een nieuwe sport als de Icederby maar even in de koelkast. Maar niet te lang. “We willen uiteindelijk een datum stellen als het normaliseert.” Maar dan moeten de financiën wel helemaal op orde zijn. “Dat budget, daar mogen we als Nederlandse groep best kritisch op zijn, want dat moet er wel gewoon komen. Want ik ga er anders mijn vingers niet aan branden. Ik heb daar met Douwe de Vries wel eens over gesproken: je moet zorgen dat het prijzengeld op een derdenrekening wordt vastgezet, zodat ook alle deelnemers die meedoen weten dat het gegarandeerd is. Als het daarop fout gaat, dan is het over. En ik wil mijn naam in het schaatsen er niet op die manier aan verbinden”, zegt hij met een afwerend gebaar.
Dat Icederby International buitengewoon serieus is, daar twijfelt hij niet aan. En er zit ook wel beweging in de financiering, legt hij uit: “Icederby International is in Korea bezig voor de funding. Daar hebben wij onze funding de afgelopen jaren ook van gekregen: om hier ijs af te huren en de baan er in te leggen en onze activiteiten zoals de persconferentie te organiseren. Dat heeft ook geld gekost.”
Hopen dat het niet bij een droom blijft
“Het is wel jammer dat het dit jaar niet gebeurt. Laten we hopen dat het in de toekomst wel gaat gebeuren”, zegt hij peinzend. Maar dan neemt het enthousiasme weer de overhand. “Hoe leuk is het nou niet om langebaanschaatsers, shorttrackers en inlineskaters te zien, wie wordt nou de grote held? Een unkonwn hero? Ik weet het niet. Het zou zomaar te lang kunnen zijn voor Sjinkie Knegt en tekort voor Sven Kramer. Je hebt hele andere specialiteiten. En dat is leuk om te gaan zien. Zeker omdat die sporters, shorttrackers en langebaanschaatsers, steeds dichter bij elkaar komen. Het multidisciplinaire wat je ziet met Jorien en Suzanne. Want dat is het idee hé: alle gouden medaillewinnaars, alle toppers bij elkaar. Dat je de wereldkampioenen inline, shorttrack, en langebaan tegen elkaar laat rijden.”
“Ik hoop dat het lukt, ik denk dat het iets heel gaafs is”, zegt hij met overtuiging. “Ik vind het leuk om aanspreekpunt hier in Nederland te zijn. Maar als we iets gaan organiseren, dan moeten we ook met een bureau gaan samenwerken. een Tig-sport, een House of Sports. Die het groot kunnen neerzetten.” En daarom vindt hij het jammer dat hij het vorig jaar niet af kon maken. Maar ontevreden is hij niet. “We hebben wel een hele mooie stap gezet vorig jaar door het eindelijk te gaan doen. Die baan lag er in, dat was mooi om te zien natuurlijk. Je zag het enthousiasme bij de jeugd die hier aan het trainen was. “Maar”, zegt hij waarschuwend, “Misschien blijft het altijd wel bij een droom. Het is toch mooi dat je in de schaatswereld iets nieuws kunt organiseren. Maar laten we niet hopen dat het bij een droom blijft.”