Beau Wagemaker won, begin maart, verrassend de natuurijs marathon in Noordlaren en schreef ze het algemeen klassement van de ‘Natuurijs Driedaagse’ op haar naam. De 22-jarige talentvolle marathonschaatsster uit Hoogkarspel is een revelatie in het marathonschaatsen. Naast top tien klasseringen in de KPN-Cup eindigde ze afgelopen winter als 4e op het Open Nederlands Kampioenschap op de Weissensee en werd ze knap 9e in de Alternatieve Elfstedentocht.
Door Mark Hilberts:
Ondanks het overvolle marathonseizoen wist ze in het voorjaar haar studie groene biotechnologie aan de Hogeschool InHolland af te ronden. Ze werkt inmiddels parttime bij De Proeftuin in Zwaagdijk, een van de belangrijkste agrarische onderzoekscentra van Nederland op het gebied van praktijkgericht onderzoek. Ze hoopt komend marathonseizoen werk en topsport optimaal te kunnen combineren.
Na een succesvol zomerseizoen op de skeelers, waar ze onder andere derde werd op het ONK in Hallum, richt ze nu alle peilen op de openingswedstrijd van de KPN Cup op zaterdag 20 oktober op de Jaap Edenbaan in Amsterdam. Beau Wagemaker wil daar samen met haar ploeg Altijd Koers een goede start maken als opmaat voor een seizoen waar ‘Altijd Koers’ haar naam eer wil aandoen.
Hoe is je schaatscarrière tot nu toe op hoofdlijn verlopen?
‘Op de ijsbaan in Hoogkarspel heb ik de eerste slagen op het ijs gezet. Ik viel niet gelijk op door het talent voor het schaatsen. Pas toen ik op de ijsbaan de Westfries in Hoorn ging trainen, werden de resultaten steeds beter. Bij de pupillen ben ik een paar keer nederlands kampioen marathonschaatsen geworden. Als puber koos ik voor het langebaanschaatsen. Na de ziekte van Pfeiffer en een motivatiedip rond mijn vijftiende, heb ik de baanselectie verlaten en ben ik teruggekeerd op clubniveau bij mijn club STG Solid Aqua in Hoogkarspel. Ik kreeg daar de lol weer terug in de sport, vervolgens ben ik ‘marathonnetjes’ gaan rijden en via het Zes Banen Toernooi heb ik mij gekwalificeerd voor de landelijke marathoncompetitie. De rest is bekend.’
Heb je veel reacties gehad na je overwinning in de natuurijsmarathon Noordlaren?
‘Ja, super veel, echt gaaf was dat. Ik kreeg heel veel post en appjes. Bakker Swart uit Wervershoof bracht tompoucen aan de deur. Op de gebakjes had hij een afbeelding van mij gemaakt. Dat gebak verkocht hij ook in de winkel. Echt leuk!’
Heb je ook nog ambities voor het langebaanschaatsen?
‘Het marathonschaatsen staat voorop. Op de 5000 meter heb ik een pr staan van 8.06. Die tijd zou ik graag nog wat scherper stellen. Voor de 1500m geldt eigenlijk hetzelfde. Op het NK afstanden eindigde ik twee jaar geleden als 11e op die afstand. Een poging tot verbetering van de ‘langebaan tijden’ moet wel te combineren zijn met de marathoncompetitie.’
Train je elke dag?
‘Ik heb meestal een rustdag in de week. Op de andere dagen staan er in de zomer skeeler- en fietstrainingen op het programma. Van rustweken houd ik eigenlijk niet. Na een paar dagen ga ik mij dan vervelen. Aanstaande zaterdag staat in Thialf de eerste ijstraining van het nieuwe seizoen gepland met de ploeg. Ik kijk daar naar uit. In de wintermaanden doe ik op woensdagmiddag meestal een lange duurrit op de fiets en op zondagmorgen ‘uitfietsen’ met een groepje West-Friese marathonschaatsers.’
Door wie worden de trainingsprogramma’s geschreven?
Anton Ketellapper is de ploegleider van Altijd Koers (voorheen KOGA). Hij maakt mijn trainingsschema’s. En hij helpt mij als coach. Op het NK marathonschaatsen kwam ik al na 20 ronden ten val. Een week later viel ik weer bij een marathon. Dat zijn moeilijke momenten. Ik wilde harder trainen om te kunnen revancheren, ik baalde enorm, Anton gaf aan juist even andere accenten te leggen in de training. Daarmee kreeg ik het vertrouwen terug. Trainer Mark Horst zorgt in samenwerking met Anton voor de programma’s bij het skeeleren.’
Wie zijn je trainingsmaatjes?
‘Hier in de buurt (West-Friesland) wonen veel schaatsers en skeeleraars. Ik train veel met Kelly Schouten, Danielle Ootes, Simone Warmerdam en Janet Beers (zij woont een paar huizen verderop). Soms trainen we ook met de mannen mee, bijvoorbeeld met Arn Botman, Jesse Vriend en Ruud Slagter.’
Wie zijn je voorbeelden in het marathonschaatsen?
In het jaar dat ik mijn entree maakte in de marathoncompetitie stopte Mariska Huisman met schaatsen. Ik vond haar en haar broer Sjoerd Huisman mooie rijders, daar keek ik graag naar. Achteraf vind ik het jammer dat ik niet nog een jaartje met Mariska heb kunnen rijden in de marathoncompetitie. Kim Muusse, Anneke Peters en Carla Ketellapper-Zielman zijn bij Altijd Koers de meest ervaren rijdsters. Van hen kan ik nog veel leren als schaatsster.’
Wat zijn je sterke punten als schaatsster?
‘Ik kan in de koers makkelijk van positie wisselen en daardoor zuinig rijden. Door het skeeleren leer je dat, maar het ‘makkelijk rijden’ zit er van nature ook wel een beetje in.’
Heb je punten waar je jezelf in wilt ontwikkelen?
‘In de eindsprint heb ik soms te weinig druk op de ijzers, dan gaat het teveel op de punten, dat kost energie. En ik mis het vermogen om in een wedstrijd op kop tempo te kunnen maken. Graag zou ik kunnen demarreren in een wedstrijd op het ijs zonder snel ‘volle benen’ te krijgen.’
Waar ligt het komend seizoen de focus van jou en ‘Altijd Koers?’
‘We rijden het volledige programma op kunst- en natuurijs. Naast Kim en Carla maken ook de Twentse rijdsters Anneke Peters en Marlies ter Bekke deel uit van de Altijd Koers-formatie van Anton Ketellapper. Ik hoop voor de dagprijzen te kunnen gaan in de KPN-Cup. Stiekem droom ik om ooit eens in het Oranje pak te kunnen rijden. En op natuurijs hoop ik mij zelf te kunnen verbeteren. Op de Weissensee zat ik aan het einde van de wedstrijd helemaal ‘verrot’. Ik dacht waar doe ik dit voor. Maar na afloop was ik zo blij met mijn prestatie, dat ik de 200 kilometer had uitgereden en in de top tien was geëindigd. Die prestatie wil ik graag verbeteren.’