Gevormd door schaatsen

Wanneer het maar enigszins kon, schaatste ik op natuurijs. Tot mijn elfde jaar kraste ik, over flinterdunne laagjes landijs, talloze keren heen en weer. Schaatshelden als Eric Heiden en Hilbert van der Duim, volgde ik bij kampioenschappen op televisie en ik vond het prachtig! Prachtig in overtreffende trap, waren de Elfstedentochten van 1985 en 1986. Hoe dichtbij kwam dit…

Na die schitterende natuurijswinters ging ik schaatsen bij de club, De IJsster in Sneek. We trainden op kunstijs. Kunst met een hoofdletter K, was dat voor mij. Geen scheuren, geen hobbeltjes. Wel wind en bij hoge temperaturen een laagje water op het ijs, alsof het een beetje dooide. Thialf, schaatsen in een heus stadion. Ik kwam terecht in een gezellige en fanatieke trainingsgroep. Ik hoorde ergens bij. Ergens bij horen, dat wil toch stiekem iedereen?

Met enorm veel plezier in alle trainingen, leerde ik steeds beter schaatsen. Ik voelde me al de schaatsheld uit mijn jongensdromen. Die illusie was snel voorbij, toen ik op één van mijn eerste 1500 meters een rondje(!) werd ingehaald door mijn leeftijdsgenoot Rintje Ritsma, ook al ging het voor mijn doen helemaal niet zo gek. Ach, je moet ergens beginnen. Al vond ik het heel moeilijk, ik moest accepteren dat ik eerst heel veel wedstrijdjes zou verliezen, alvorens er eentje te winnen.

Moeilijke sport
Tjonge jonge, wat is dat schaatsen toch een technisch moeilijke sport. Daar lag voor mij als tiener de grote uitdaging: iets leren wat niet makkelijk is. Wanneer het voor mijn gevoel wél heel goed ging tijdens een ijstraining, was het volgens de trainer nog niet helemaal top. Na het bekijken van beelden van mijzelf als schaatser, kon ik hem geen ongelijk geven. ‘Hè, ben ik dat?’, was mijn reactie. Oftewel, hoe ver kan gevoel van de werkelijkheid afzitten?

Met een gezonde ‘drive’, jezelf iedere keer proberen te verbeteren. Dat deed ik vanuit een rustige grondhouding. Ogenschijnlijk maakte ik mij niet druk om prestaties te leveren bij wedstrijden, maar toch leefde ik heel serieus naar het wedstrijdweekend toe, met een strakke planning van trainingen, goed eten (toverrijst) en voldoende slaap. Ik deed dat niet altijd om te winnen. Ik ben namelijk geen winnaar en al helemaal geen killer. Wel probeerde ik uit alle macht het beste uit mezelf te halen en alle randvoorwaarden te creëren, zodat ik ook echt tevreden kon zijn na de finish. Tevreden was ik echter zelden. Er was altijd wel iets te verbeteren.

Poeh, wat kon ik zenuwachtig zijn, maar waarvoor eigenlijk? Wat als ik van mijn vaste, bijna dwangmatige, patroon van inwerken afweek? Wat zouden anderen wel niet van mijn tijden denken? O, die gevreesde laatste binnenbocht op de toch al niet geliefde 500 meter! Zou ik in de marathon dit keer het A-peloton wél bij kunnen houden? Wat is dat? Onzekerheid, faalangst, bewijsdrang, ongezonde spanning, perfectionisme of het té graag willen? Een combinatie van dat alles, denk ik. Gelukkig ben ik gaan relativeren. Ik moet al iets minder van mezelf. Ik geniet nu meer.

Intensieve sportbeleving
Gedurende ruim 30 jaar schaatsen, heb ik veel geleerd over mijn lichaam. Wanneer je intensief en heel bewust met schaatsen bezig bent, leer je je lichaam goed kennen. Puur vertrouwen op je coach en je trainingen klakkeloos uitvoeren, is niet de manier, ben ik achter gekomen. Als sporter ben ik mij gaan verdiepen in het hoe en waarom van elke training die ik deed. De juiste prikkels geven op het goede moment, dat is essentieel. Het geeft mij nog steeds een onoverwinnelijk gevoel, wanneer ik, in een training, in een voor mij heerlijke cadans over het ijs dans. Alles klopt dan. Daar krijg ik een enorme energieboost van.

Wanneer het even niet loopt zoals je wilt dat het loopt, kost het juist energie. Ook ik heb als sporter de, figuurlijke, klûnplekken genomen. De intensieve sportbeleving heeft bijvoorbeeld weleens een zware wissel getrokken op mijn gezondheid. In die gevallen miste ik de balans tussen mijn baan, het schaatsen en de drukte binnen mijn gezin. Blessures waren vaak het gevolg. Gelukkig kon ik dan na een periode van herstel en bezinning weer uit het wak kruipen. Door geduld te hebben, hard en planmatig te werken en nooit op te geven, heb ik mijzelf toentertijd herpakt. En kon ik weer genieten van hetgeen ik zo graag doe, schaatsen.

De kennis en ervaring die ik heb opgedaan in mijn eigen schaatsen, maar ook op gebied van persoonlijke ontwikkeling, breng ik nu over op de schaatsers die ik begeleid als trainer/coach. Dit geeft mij ontzettend veel voldoening. Mijn missie is om anderen iets te leren. En wanneer ik zie en merk dat dit daadwerkelijk het geval is, ben ik een gelukkig mens.

AANBIEDINGEN