EK Schaatsen
Zoals jullie in een van mijn eerdere columns hebben kunnen lezen is dat ik geen voorstander ben van
het Europees kampioenschap schaatsen. Dit niet zozeer vanwege de wedstrijd, maar meer vanwege
het deelnemersveld. Bij het Europees kampioenschap allround zijn wat goede Nederlanders, een paar goede Noren en Italianen en nog wat verdwaalde eenlingen. Bij het Europees kampioenschap sprint wordt het normaal gesproken een Nederlands feestje. Laten we hopen dat Marten Liiv, Vanessa Herzog en de Poolse dames en heren in topvorm zijn, dan komt er nog wat spektakel.
Bij de internationale tegenhanger van dit toernooi, de Four Continents Championships, is dit beeld niet anders. Een aantal dames en heren strijden om de titels. Het enige echte verschil zit hem in het feit dat bij de Europese kampioenschappen om het jaar gestreden wordt om een allround/sprint kampioenschap, of een kampioenschap per afstand. Bij de Four Continents Championships wordt alleen gestreden voor titels per afstand. Helaas is het allrounden in deze landen niet populair.
Het deelnemersveld per toernooi is dus matig te noemen. Dit valt ook de ISU inmiddels op. Bij beide toernooien zijn de startvelden niet vol te krijgen.Niet iedereen mag namelijk meedoen, je moet je wel kwalificeren. Om dit te vereenvoudigen had de ISU dit jaar iets nieuws bedacht: elk land kon een combinatie (in het allround toernooi) van de beste 1500 meter en de beste 3 en 5 kilometer maken, ongeacht of dit dezelfde persoon was. Dit tot een maximum van drie per land. Als er dan een lijst van combinaties gemaakt werd, plaatsten in principe de eerste twintig zich. Tenminste, dit werden dan quotaplekken per land. Als voorbeeld: Kjeld Nuis (beste 1500) gecombineerd met Beau Snellink (beste 5km) zorgen voor quota plek nummer een voor Nederland.
Verder Lezen? Dit is een premium artikel en alleen te lezen in het magazine Schaats Inside #2 2025
Wil je het gehele artikel lezen? Word dan lid!
Ook kun je het nummer los kopen