DE BANANEN VAN ISERO

“Je maakt met zo’n lullig banaantje een wereld van verschil en dat geeft zo’n kick”.


Of het nou stormt, sneeuwt, hagelt of dooit; ze staan er altijd: de mensen van Isero. Met hun bananen, met warme thee, met hun soms broodnodige morele steun waardoor talloze rijders hun tocht hebben kunnen voltooien. Waarom de mensen van Isero het doen weet bijna niemand, maar ze doen het al een eeuwigheid en zijn nog lang niet van plan ermee te stoppen, vertelt de man van het eerste uur Arnoud Mosterd.

“Op een gegeven moment komt er aan het einde van de dag zo’n man, die zat op een kilometertje of 175, 180. Hij moest nog een of twee rondjes en had zó’n fluim aan z’n baard. Die was helemaal naar de klote en zei: ‘Ik schei ermee uit’. Onze chefkok, die kookt erwtensoep en zo, die maakte in ene keer de hele marktkraam vrij. We hebben die vent op de tafel gelegd en met drie mannen in z’n benen zitten knijpen. Helemaal zitten schudden tot het bloed weer goed ging stromen. AA’tje er in, banaantje erbij en na een minuut of 10 had die man weer een beetje kleur op z’n gezicht. Op dat moment zei die vent, hij zei: ik ga het toch weer even proberen. Nou, ‘s avonds komen we hem tegen op het blarenbal met zo’n dienblad vol pullen bier. ‘Jongens, mannen, bedankt he! Ik heb het gehaald!’. Nou, dan raak je in gesprek. En wat blijkt dan, is het de oud-directeur van een leverancier. Hij zit nu in de bevestigingsmaterialen. Dus die vent hadden we met vier man opgepakt en neergelegd. Of die wou of niet. En waar hij ook zit of staat of gaat, het is Isero hier, Isero daar. Want wij hebben hem geholpen. En zo komen we heel veel mensen tegen.”

“Dat hele dorp zat een paar dagen zonder bananen. En ze waren ook nog eens allemaal binnen een uur of anderhalf weg”


“Ik vind het nog steeds een schitterend verhaal”, grijnst Mosterd vanaf zijn praatstoel, geflankeerd door collega John de Vries, die de ‘Alternatieve’ al talloze keren reed. Mosterd is één bonk energie en als hij over de Weissensee begint is hij met geen mogelijkheid te stoppen. “In 1998 deden we het voor de eerste keer. We leveren als Isero aan bouwbedrijven. Op een vrijdagmiddagborrel zaten we bij een bouwaannemer, Wessel Zeist in dit geval. Daar zat een directeur, Ko Schellevis, die is erg fanatiek met schaatsen. Elk jaar nam hij ruim 20 mensen, uitvoerders, projectleiders, mee in een bus, allemaal op kosten van Wessels. Indertijd waren de rondjes nog 25 kilometer en hadden ze één EHBO-post. Daar kon je een mandarijntje pakken en een bakje warm water. En ik kijk nu John even aan: dan ben je zomaar weer vijf kwartier onderweg voor je weer iets kan aannemen toch? Hij vroeg aan ons: ‘Jullie als Gerritse (de voorloper van Isero red.) regelen van alles. Boutjes, moertjes, gereedschappen, hang & sluitwerk. Maar wij willen dat jullie het kopje thee gaan regelen voor ons, halverwege het parcours. Want wij hebben gewoon niks. Toen zei Rob Reuter, hij werkt inmiddels niet meer bij ons, die zei: ‘Dat gaan we doen’. We hebben toen een karretje gemaakt, zo een waar je orders mee loopt. Latten eronder gemaakt. Kastje gemaakt. Een gasfles erin. Een kookstel. Twee pitjes. Een fluitketel. En een bak met bekertjes en een bak met thee. En toen zijn wij met z’n tweetjes helemaal naar het einde van die Weissensee gegaan. We hebben 1 uur gewandeld met dat karretje. Dat deden we eigenlijk alleen voor Wessels, want dat was onze klant natuurlijk. Maar ja, we kregen vrij snel in de gaten dat veel meer mensen een kopje thee wilden. Heel veel bouwgerelateerd. Dus een bouwbedrijf als Van Zoelen. Mensen van Vios Bouwgroep. Allemaal bedrijven. Uit het Utrechtse, maar ook uit bijvoorbeeld Bodegraven. En schaatsverenigingen, waar ook weer uitvoerders bij zitten. En nou, dat was eigenlijk één groot feest. Die mandarijnen, die waren heel belangrijk, maar daar werd op een gegeven moment mee gestopt door de organisatie, ik weet ook niet waarom. Die schaatsers zeiden: ‘Joh, als je ons wilt helpen, we willen bananen! Toen zijn we gewoon als Gerritsen en later als Isero op het ijs gaan staan om bananen uit te delen. En dat is een beetje uit de hand gelopen. We stonden met z’n tweeën, met Michael Sterker (toen nog Gerritse) en Ramon van Riet (van Altrex) en nu staan we met negen man in een partytent van drie bij zes meter. Negen man op het ijs in een mobiele keuken. We hebben koek, we hebben frisdrank. Warme worst, koffie, thee. En uiteraard duizenden bananen.”


Verder Lezen? Dit is een premium artikel en alleen te lezen in het magazine Schaats Inside #4

Wil je het gehele artikel lezen?  Word dan lid!

Ook kun je het nummer los kopen