Nét voor het WK in Dordrecht zei Hanne Desmet het al: alles is mogelijk in Shorttrack. Haar zilveren plak op datzelfde WK bewees haar gelijk.
Een paar weken voor het EK zag het er nog niet naar uit dat ze hoge zou gooien op het WK in Dordrecht. “Dat was totaal niet aanvaardbaar”, zei Shorttrackster Hanne Desmet over haar elfde plek op het EK-shorttrack in het Poolse Gdansk. Lachend, maar ze was wel degelijk serieus. De 24-jarige rijdster van het Belgische team is de bescheidenheid zelve, maar heeft in de afgelopen jaren wel degelijk leren dromen van het allerhoogste.
Eigenlijk was het haar broer Stijn die altijd schaatser wilde zijn, dat had hij simpelweg besloten. Zelf deed ze aan skeeleren, en nog meer aan turnen. “Hij wist niet dat je in België kon schaatsen”, zegt ze lachend. Maar toen hij er op gewezen werd dat je in België wel degelijk kunt schaatsen, zij het op de kleinere shorttrackbanen, was de keuze snel gemaakt. “En toen ben ik telkens meegegaan. Hij vond schaatsen veel leuker dan skeeleren. En dat vind ik ook. Het is een hele mooie sport. Op alle vlakken is het een complete sport. Het is echt een spelletje, shorttrack.” ‘
IK WAS HEEL SLECHT’ “
We kwamen van het skeeleren, dus dat ging wel wat vlotter dan de meesten”, zegt Hanne over haar eerste kennismaking met het ijs. Het beviel onmiddellijk, al was het in het begin niet heel serieus. Andere sporten eisen haar aandacht op, zoals turnen. “Ik heb heel veel geturnd toen ik jong was. Daarin was ik eerst veel serieuzer.” Het was op jonge leeftijd haar eerste kennismaking van sporten op hoog niveau, maar wat ze zag beviel haar niet. “Ik vond de sfeer te slecht, dat vond ik helemaal niet leuk. Iedereen kwam altijd wenend aan, dat zag er niet zo leuk uit.” Het contrast met de sfeer rond de ijsbaan kon haast niet groter zijn. “Ik was heel slecht”, zegt ze met een bijna verontschuldigende lach, maar nuanceert dat beeld vervolgens in één adem. “Ik was als kind wel redelijk goed, beter als andere Belgische meisjes, maar het niveau in België stelde echt niets voor toen. Maar ik vond de sfeer in het schaatsen altijd heel leuk.”
TALENT
Van grote ambities was er in die tijd nog geen sprake, het plezier stond voorop, legt ze uit. “In het begin was het zeker daarvoor, ik vond het leuk. Ik was de beste van België, dus dat was leuk. Maar ik deed na een paar jaar met de Starclass (de Europese jeugdcompetitie red.) mee, en daar was ik helemaal niemand. Daar was ik echt gewoon slecht. Meisjes van mijn leeftijd die nu ook nog in het circuit zitten, die waren zoveel beter als ik. Ik deed dat ook niet serieus.”
Toen er in België een project begon voor jonge schaatsers, besloot ze ondanks haar matige resultaten, toch een poging te wagen de top te bereiken. “Dat was eigenlijk een rare beslissing voor iemand in mijn toestand toen”, zegt ze er zelf over. “Maar ik dacht: ‘Ja, toch eens proberen, waarom niet? Ik kan wel eens proberen wat meer te schaatsen. Wie weet heb ik wel wat talent. Ik kan er eens naartoe gaan en zien hoeveel ik kan verbeteren’. Het lijkt haar te typeren, de aarzelende, ietwat afwachtende houding, die de indruk geeft dat ze zichzelf onderschat. Ze probeerde het en verraste zichzelf met haar progressie. “Dat ging wel snel veel beter. Op een jaar was ik een van de besten van de Starclass”, zegt ze nu glimlachend, bijna verontschuldigend.
Hoe Hanne uiteindelijk de absolute top bereikte, kun je lezen in de zojuist verschenen editie van Proskating Magazine. Wil je dit verhaal en andere mooie verhalen en reportages niet missen? Word dan abonnee.