Vandaag maakte onze vaste columnist Jouke Hoogeveen bekend dat hij stopt als marathonschaatser. Bijna op de kop af 5 jaar geleden boekte hij een van zijn legendarische natuurijsoverwinningen. Deze ode kwam hem meer dan toe.
Gedragen door de wind perst hij het laatste beetje lucht uit zijn longen en vliegt met zijn lange armen zwaaiend zijn eerste overwinning op het natuurijs van de Weissensee tegemoet. De Lange Adem trekt aan het langste eind. De tegenstander ligt na de streep letterlijk knock-out, kapotgereden door de sloper uit Amsterdam.
De harde, zwarte, bijna volmaakte ijsvloer brengt de liefhebber in vervoering. Het is ijs waar je overheen rólt, waarop schaatsen geen moeite kost. Het is niet naar de zin van De Lange Adem, die gedijt op half bevroren blubber dat de naam ijs niet verdient, in sneeuwstormen. In oeromstandigheden, waar oerkracht nodig is om te overleven.
Dan de koers maar hard gemaakt. Rijden op karakter. Sleuren, demarreren, gebruik maken van de omstandigheden, ook al zijn ze ideaal. Dan maak je ze maar niet-ideaal.
De twee sterksten blijven over, man tegen man. Een rechtstreeks duel tussen de turbodijen van Frank Vreugdenhil en de magere, tanige staken van De Lange Adem. Het is kracht versus taaiheid. Wilskracht versus strijdlust. Maar de Langste Adem wint. Hij schaatst, nee hij danst bij zijn opponent vandaan. Hij trapt door verzuring en kramp heen en zweeft tussen opwaaiende sneeuw naar de finish, de dappere, moegestreden tegenstander naar adem happend achterlatend.
Jouke Hoogeveen is vandaag de natuurijsmeester.