Onze topschaatsers zijn ontevreden over het ijs in Thialf, las ik vanmorgen in de Telegraaf. Volledig op de hand van de schaatsers schreef de journalist een eenzijdig sensatieverhaal. De sporters spreken over onkunde, geen kennis, slechte ijskwaliteit en het allerergste zou zijn dat er niet naar ze geluisterd wordt. Van enige nuance is totaal geen sprake.
Want even de feiten: met een puntentotaal van 149.365 werd Jutta Leerdam vorige week Nederlands kampioene sprint. Op het, volgens de sporters dramatisch slechte ijs van Thialf, is dit een ongekend puntenaantal waar ze in 2018 wereldkampioene mee geworden zou zijn. Op de zelfde baan. Ook de nummer twee Femke Kok zou op het podium hebben gestaan staan. Hoewel deze dames van uitzonderlijke klasse zijn, kan er nooit sprake zijn van ronduit slecht ijs.
Feit is ook dat het ijs momenteel niet altijd van topkwaliteit is en dat er fouten worden gemaakt, is duidelijk en dat mag natuurlijk eigenlijk niet gebeuren op het topsportijs van Thialf. Echter, de schaatsers die nu mogen schaatsen op Thialf en daar ook wedstrijden rijden, moeten zich allereerst eens beseffen in wat voor bevoorrechte positie ze momenteel verkeren. Het had niet veel gescheeld of er zou helemaal geen ijs liggen in Thialf. De baan is voorlopig gered, al heeft dat wel geleid tot de nodige ingrijpende maatregelen. Daarnaast wordt topsport momenteel veelal ontzien voor alle corona-maatregelen. Dat geldt overigens niet voor een veel grotere groep schaatsers, die ook graag hun rondjes hadden willen maken in Thialf. Ze zijn simpelweg niet welkom, omdat topsport mogelijk moet worden gemaakt.
De ‘noodkreet’ van de schaatsers lijkt meer een verkapte lobby om Beert Boomsma terug te krijgen. Dat zou als het financieel houdbaar is misschien de allerbeste oplossing zijn. Want zijn kwaliteiten staan niet ter discussie. Al schiet me een soortgelijk verhaal van vorig jaar te binnen, waar de schaatsers ook al de noodklok aan het luiden waren over het ijs. Je mag aannemen dat hij zijn kennis heeft overgedragen en gedocumenteerd. Dat de ijsmeesters van nu niet binnen een paar maanden het niveau halen van Boomsma mag geen verrassing heten.
Als het ijs echt zo slecht is als de schaatsers doen beweren, dan gaan we binnen de kortste keren weer wereldrecords zien in Thialf. Dan kan het immers alleen nog maar veel beter en sneller worden. Iets wat Boomsma trouwens als realistisch zag, als ijsmeester van Thialf, een wereldrecord. Jammer dat hij dat dan niet meer heeft meegemaakt als ijsmeester. De nieuwe mannen achter de knoppen en op de zamboni’s verdienen wat extra tijd om alle verbeterpunten op te pakken en aan dat wereldrecordijs te werken. Laten we ze dat ook geven, zeker in dit moeilijke schaatsjaar. Afrekenen kan altijd nog.
Hoofdredacteur Proskating Jan van Loon