“Eigenlijk heb ik hem maar één keer echt, echt meegemaakt en daarna ging het bij mij snel bergafwaarts.” Laurens ten Dam, oud-wielerprof, die tegenwoordig zijn tijd vult als full-time avonturier en zelf ook een leuk pootje kan schaatsen, had altijd een zwak voor Gary Hekman. In Ten Dam’s veelbeluisterde podcast Live-Slow-Ride-Fast was Gary bij het minste of geringste beetje vorst wel onderwerp van gesprek. Of werd hij gebeld om zijn visie op de kans op natuurijswedstrijden in Nederland te geven. Duidelijk was dat Ten Dam een zekere bewondering, een soort fascinatie, of een combinatie van beiden koesterde voor de Beer uit Gramsbergen. “Met dat postuur en dan zo hard schaatsen weet je wel, zo hard kunnen aankomen”, zegt hij met lichte verwondering, verbaasd bijna. “Hij zag er altijd imposant uit. En qua techniek, zijn slag is natuurlijk wat korter. Ik kom net toevallig van de schaatsbaan en kan me aardig vereenzelvigen met die prikslag. Tenminste, dat denk ik dan, want als ik erachter schaats is het waarschijnlijk niet bij te houden. Het is echt wel zo’n knoest die een wijntje niet afslaat omdat hij morgen de Weissensee moet winnen. Of een whisky’tje in zijn geval. Het is dus volgens mij wel een beetje een oermens weet je wel. Gewoon een enorm sterke gast. En dat spreekt natuurlijk aan.”
Die ene keer dat ze elkaar in levende lijve zagen was bij de Veldslag om Norg, een mountainbikewedstrijd in Drenthe die zich, zoals dat hoort met dit soort wedstrijden, vooral in de bagger afspeelt. Het is het type ellende dat beide mannen opzoekt en dat verbroedert. Avonturiers onder elkaar. “We hebben de avond van tevoren gewoon op het evenemententerrein gekampeerd. Dat was een beetje illegaal, ik weet niet of dat mocht. Ik had mijn busje daar staan en hij zijn campertje. Toen hebben we gezellig een avondje gezeten. Dat was top, dat was echt heel leuk. Aan het begin van de wedstrijd hebben we samen een beetje opgetrokken, want we moesten allebei achterin starten, we mochten niet vooraan staan. Het was ten tijde van corona, dus ze hadden net als bij de Formule 1, maar dan voor 300 man, zeg maar een lijntje getrokken op het gras waar je mocht staan, dus dan stond je uit elkaar. Lang verhaal kort, na 80 kilometer viel ik heel hard in een of andere plas en eindigde ik in het ziekenhuis van Assen”, verduidelijkt Ten Dam met wat hij eerder bedoelde met ‘en daarna ging het snel bergafwaarts’. “De avond daarvoor hebben we gewoon gezellig gezeten, verhaaltjes uitgewisseld en dat soort dingen. Dat jaar heeft hij ook de Dirty Kanzelled gereden, dat hadden wij bedacht tijdens corona. Daar was hij ook wel fanatiek in: het ontdekken, het avonturieren, het gravelen, dat sprak hem wel aan. Ik denk dat je het wel een beetje met schaatsen op natuurijs kunt vergelijken.”
Verder Lezen? Dit is een premium artikel en alleen te lezen in het magazine Schaats Inside 2024-2025 #3.
Wil je het gehele artikel lezen? Word dan lid!
Ook kun je het nummer los kopen