ROB HADDERS EN DE DUELS MET GARY

“Jij krijgt een bloedneus”

Het peloton koerst af op de finale, de ploeg formeert in de buik van het peloton. We rijden aan de binnenkant, kort op elkaar… Het tempo hoog, de ruimtes klein. Ik zit in de trein waar iedereen achter wil zitten, het gevecht speelt zich vooral achter mij af. Tot ik in het gewoel plots rechts van mij een gedaante zie opduiken, nét iets te dichtbij, net elke slag zó dat ik de mijne niet af kan maken. Irritant… Positie kiezen was geen kwaliteit van me, positie houden ook niet. Maar me dood ergeren lukte vaak wel. Het handje ging dus op de rug van mijn voorganger, de ellebogen breed: ‘Hier komt niemand tussen…’

Maar toch, ineens… Het grote zwarte gevaarte dat ergerniswekkend dichtbij, rijdt zwaait van rechts naar links. Naar daar waar geen plek is: voor mijn neus… ‘Dacht het niet vriend’. Ik plaats mijn rechterhand op zijn rechterheup en duw hem in dezelfde vloeiende beweging door richting middenterrein… Net ver genoeg om mezelf aan diezelfde heup weer langs hem naar voren te trekken. Zo, sukkel.

‘Dat wordt een bloedneus. Hooo mooi, Hadders krijgt een bloedneus… Komt goed, tot straks Hadders’.

Shit… Met mijn handen rijden doe ik eigenlijk nooit, is niks voor mij en nu misschien net bij de verkeerde… Wie is die kerel eigenlijk? Ja Hekman. Leuk, op je zeventiende een NK skeeleren winnen en bij Nefit rijden omdat je toevallig uit hetzelfde dorp komt als Erik Hulzebosch. Maar verder bak je er toch niks van, wat doe jij in mijn trein?


Benieuwd naar meer verhalen uit de schaatswereld? 

Schaats Inside biedt exclusieve diepgang, interviews en analyses. 

Word lid of koop het magazine los en mis niets!