Voor een oude wielrenner die afscheid neemt is het makkelijk zijn sportverslaving te onderhouden. Een paar maanden flink zuipen en losgaan – detoxen – en daarna gewoon weer door. Niet in het racepeloton, maar lekker relaxed op een gravelfiets de al wat oude- re van een profcarriere dromende mannen en vrouwen eraf knallen. De vorm en het talent zijn niet zomaar weg en met wat minder trainen en een supersonische fiets van de materiaalsponsor kom je een heel eind.
Voor ons schaatsers is het anders. Als veertigplusser kan je als man starten in koersen bij de veteranen. Maar het niveauverschil tussen veteranen 1 en de top- divisie is wel erg groot. Daarnaast speelt er ook eerge- voel. De nog rijdende ex-collegas zouden neerkijken op iemand die nog zo nodig moet en de concurrentie bij de vets zou not amused zijn. Voor de gestopte vrouw zijn er nog minder opties: een vrouwenveteranenpeloton is er eigenlijk niet.
Een leuk trainingsgroepje dan? Om samen net even iets langzamer dan vroeger lekker veel rondjes te rijden? Het blijkt niet mee te vallen om in de buurt gelijkgezinden te vinden om met mate te genieten. Ik vroeg aan Iris van der Stelt of zij misschien zin had in een leuk buffelgroepje? Dat had ze wel, ware het niet dat ze opnieuw een landelijk nummer had aangevraagd en weer doodleuk de strijd aan ging met Irene Schouten en Ester Kiel.
Zij bleek niet de enige te zijn. Terwijl mijn oude vijanden als Bob de Vries, Arjen Stroetinga en Frank Vreugdenhil zich kalmpjes en voldaan op hun bedrijven en kinderen lijken te richten, staat de fine fleur van de vrouwen gewoon weer op het ijs. IJzervreter Jolanda Langeland en kampioen rechtuitsprinten Carla Ketellapper Zielman gaan het de jonkies nog moeilijk maken dit jaar!
Bij de meeste van de mannen blijkt het toch ook weer te gaan kriebelen en jeuken. De sluimerende sportver- slaving steekt weer op. Na nauwgezet onderzoek van de data uit sportapps als Strava en sociale media-accounts begint zich een patroon af te tekenen. De gestopte schaatser doet het eerst even rustig aan. Tijd voor familie, vrienden, werk en feestjes. Er valt wat in te halen. Maar dan komt de terugval. Het begint vaak met hardlopen. Daarna de racefiets voor een rondje om de kerk, of de mtb voor een tochtje door het bos.
Na een paar maanden, voor sommigen jaren, loopt het vaak alweer uit de hand. Het groepje verslavingsgevoeligen maakt de stap van soft- naar harddrugs. Van het rondje om de kerk naar de marathon. Van de ronde Hoep naar de Marmotte. Ex-toppers als Erben Wennemars, Douwe de Vries of Sven Kramer lopen ineens een marathon of fietsen een keiharde tocht door de Franse Alpen. Andere wagen zich wellicht geïnspireerd door beroepsavonturier Laurens ten Dam aan meerdaagse gravelavonturen. Bij veel van de ex-toppers gaat het aantal trainingsuren weer omhoog. Lijf en geest zijn hersteld van de jarenlange sportcarriere en vragen weer om langdurige pijnprikkels. De verslaving begint de ouwe sportlevens weer te domineren.
Zo is het bij mij ook gegaan. Na een paar jaar van niet te veel en vooral niet te hard, is het sporten stukje bij beetje weer een flink deel van mijn vrije tijd gaan innemen. En niet alleen de vrije tijd. Op de gekste momenten vind ik mezelf dagdromend en verlangend terug over het volgende sportmoment. Zoals een muziekliefhebber naar Pinkpop of Lowlands kan toeleven, zo droom ik me een weg naar het volgende sportavontuur. Het maakt me niet uit of dat een 200 kilometer schaatsen in Lulea is, een cyclo in de bergen of een zelfbedachte ultratocht. De trainingen zijn kleine zoethoudertjes om de verslaving rustig te houden tot de volgende sportieve uitspatting.
Mijn verslaving houdt zich nu even rustig. Nog natintelend van een tweedaagse tocht van twee vrienden (Pieter, Thomas) van Parijs naar mijn woonplaats Heiloo schrijf ik dit stuk. Twee dagen eindeloos door- fietsen tot er niks meer in je lijf zit. Wat een feestmaal voor een verslaafde was dat. Het blijft verbazingwek- kend te ervaren tot hoeveel een lichaam in staat is. Het is ongelovelijk te merken hoe een lijf als een trouwe hond het plan wat in het hoofd van drie verslaafde gekken gemaakt is, kan uitvoeren. Dertien uur fietsen op een dag met alleen rust wanneer er geplast moet worden (honden moeten ook altijd plassen) of er malheur is met het materiaal.Dat kan dus gewoon. Want als de verslaving zijn hoogtepunt beleeft, zijn andere behoeften slechts zachte fluisterstemmen die verloren gaan in de rijwind.
Op sommige momenten was de extase totaal. De afdaling naar het zuiden om 05:00 door nachtelijk Parijs was magisch. Eerst door de bizarre drukte van het cen- trum. Daarna over paadjes langs donkere kanalen met wegschietende ratten en slapende zwervers op weg naar het groen buiten de stad. Goedgestemd schoten we een industrieterrein op, omdat de weg opgebroken was. Daarna in het pikkedonker een smal paadje door dikke klei op zoek naar de grote weg. Dat ik even later met mijn dunne racefietsbandjes onderuit ging en lan- guit in de klei en de bandnetels lag, deerde me niet. De steken in mijn benen en billen gaven lekkere prikkels aan deze tintelende ervaring.
Ik weet zeker dat ik niet de enige ben die het sporten zo beleeft. Toch lees en hoor ik te weinig over de sportbeleving van de door ons geadoreerde schaatsers. Te vaak gaat het over trainingsschemas, voeding en snelle tijden. Het wordt tijd voor meer verhalen over sportbeleving. Het wordt tijd om op pad te gaan met schaatsers zodat ze kunnen delen waar zij als sporter gelukkig van worden. Het wordt tijd dat meer sporters bekennen dat ze verslaafd zijn.
Wil je ook bekennen dat je verslaafd bent? Mail dan naar info (@) schaatsinside.nl!
Misschien maken we dan met jou het volgende sportverhaal.
Dit verhaal werd u gratis aangeboden door Schaats Inside!
Ben je geïnteresseerd geraakt in het magazine? Word dan lid!
Ook kun je het nummers los kopen