‘De kop moet boven het maaiveld uit’: Marcel Scheperkamp wil een volwaardige rol voor het inline skaten

Marcel Scheperkamp is er niet de man naar die om de hete brij heen draait. Op de vraag wat hij als als disciplinemanager inline skaten is hij duidelijk over zijn ambitie: “We willen medailles op het WK halen.” De sectie Inline Skaten is die weg ingeslagen en had vorig jaar al een aantal zichtbare verschillen willen realiseren. Maar corona gooide roet in het eten en het grootste deel van de kalender kon in de prullenbak. Toch biedt ook die pandemie ruimte voor mogelijkheden: zo staat er voor senioren en a-junioren een reeks wedstrijden op het programma en is er voor de jongere rijders al een Fieldlab-evenement geweest. Een gesprek over kansen in coronatijd en hoe inline skaten als volwaardige topsport het grote potentieel kan waarmaken.

Toen je in oktober 2019 begon ging het niet goed met de sport. Wat trof je aan? “De sport heeft twee kanten: baan- en wegwedstrijden en de marathon. Die marathon was natuurlijk dramatisch met de anderhalve wedstrijd die nog over was. Dat moest voor mij terug, we moesten minimaal 10 wedstrijden hebben. Maar dan moet je ook nog deelnemers hebben.

De sectie heeft daar goed werk in gedaan. Henk Veltkamp heeft echt aan de kar getrokken, is echt gemotiveerd en daar zijn we heel blij mee. Simone Douma heeft het voor de baan en weg keurig opgepakt. De sectie is nagenoeg volledig vernieuwd. Met dat nieuwe bloed hebben we de schouders eronder gezet en de kalender neergezet.”

Vervolgens ben je met die vernieuwde sectie aan de slag gegaan. Waar lag je prioriteit?

Marcel Scheperkamp staat de pers te woord tijdens het Fieldlab Event in Heerenveen.

“Topsport is mijn belangrijkste taak: de KNSB wil medailles zien. Van daaruit spreidt het naar onder en moet je de rest motiveren. Ik heb ingevoerd dat junioren-A en senioren samen wedstrijden rijden, om zo een hoger niveau te krijgen. En dat hebben we gezien. Er waren misschien wat foutjes ingeslopen, maar daar hebben we van geleerd.

Zo hadden we junioren-A geen podium gegeven op het NK, maar dat hebben we voor dit jaar teruggedraaid. Een ander doel was het organiseren van attractieve wedstrijden over het hele land, vergelijkbaar met het marathonschaatsen: met een A- een B-peloton, dat dat weer terugkomt. Dat hadden we staan, maar hebben we door corona niet kunnen uitvoeren.

Dit jaar was mijn doel het NK marathon op de Coolsingel in Rotterdam te rijden en daar ook het wegparcours te hebben voor het NK-weg. Ik moet weg van de verre baantjes, de industrieterreinen.

We hebben pistes en dat is prima. Maar de wegparcoursen moeten in een centrum zijn, die moeten we niet op het fietsparcours rondom een baan hebben. De kop moet boven het maaiveld uit. Een NK sprint mag van mij op de boulevard in Scheveningen. Of wat mij betreft in hartje Amsterdam.”

NK-inline skaten op het circuit van Zandvoort
NK-inline skaten op het circuit van Zandvoort

Nederland staat inmiddels dankzij corona massaal op de skates en ook natuurijs heeft het skaten aangewakkerd. Dat biedt kansen. Hoe denk je die te verzilveren?

“Elk nadeel heeft z’n voordeel. Afgelopen winter zijn er geen schaatsclinics geweest en de tendens naar minder natuurijs, die is er. De doelstelling van de KNSB is ook de ongebonden sporter aan zich te binden. Dat betekent dat er binnen de bond interesse gewerkt wordt om de sport op wieltjes meer aandacht te geven.

Er wordt geïnvesteerd in het SKATETIJD! project waarbij verenigingen, scholen en gemeente skeelerclinics kunnen verzorgen met hulp vanuit de KNSB. Dat wordt nu door KNSB-sportparticipatie opgestart. Dit geldt voor het hele recreatiegedeelte, we moeten wat met die recreant. In de week van 30 augustus vind er een SKATE4daagse plaats, waarbij je vanuit huis met de Sprint app mee doet aan de SKATE4daagse. Maar ik ben van de wedstrijd- en topsport. Ik geef wel mijn mening en probeer wel richting aan te geven, maar ik heb daar wat minder mee te maken.

Ik ben wel van mening dat als je het hebt over breedtesport, je die groep die schaatst op natuurijs kan vertellen van skaten en skeeleren. Die kan je het verhaal uitleggen dat de doublepush dezelfde sensatie heeft als schaatsen op natuurijs, maar dan door de polder. Je rijdt zo 35, 40 per uur, als je die techniek onder controle hebt. Natuurlijk is het wat gevaarlijker, maar op het ijs kun je ook in een wak rijden. Alles heeft z’n voors en z’n tegens.”

Je ziet ook heel veel kinderen op skates die geen wedstrijden rijden, hoe ga je die aan je binden?

“Daarmee kan je een behendigheidsproef mee doen. Die bestaat al, in Duitsland doen ze het al. Die kunnen we centraal maken. Dat is starten op een traject dat een minuut duurt. Vooruit, achteruit, linksom, rechtsom, er overheen, er onderdoor: echt een standaard circuit. Dat kun je doorzetten naar de vereniging, dat kun je doen in een clinic op scholen, dat kun je ook doen op een parkeerterrein bij de Jumbo. Hou dat breder. Het is misschien ver gedacht hoor, maar maak van zo’n behendigheidsparcours maar een regio-competitie. En dan naar een landelijke halve finale en een finale. Daar geloof ik in, daar ben ik voor de KNSB mee bezig.”

Je hebt dit voorjaar in weerwil van de coronamaatregelen toch een serie wedstrijden uit de grond gestampt. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?

“Ik mijn beleving had de jeugd wedstrijden kunnen rijden, dat dacht ik. Maar Remy de Wit zei: ‘Nee, het is topsport, waar je aan moet werken’. Ok, we moeten het dus zo klein mogelijk houden. Als we de vraag indienen moeten we er zeker van zijn dat NOC*NSF er aan de voorkant al een goed gevoel bij heeft. En dat heb ik gedaan. Dus ik heb die aantallen omlaag gebracht. Op een 500 meter starten er maar 20. Maar wie moet daar dan voor in aanmerking komen? Als je dan van de bovenkant gaat kijken, dan zijn dat een x-aantal status-sporters.

Het is een voordeel dat de KNSB de move heeft gemaakt de KNSB Talent Teams (KTT) indertijd samen met NOC*NSF vorm te geven. Alle KTT-sporters hebben een topsportstatus en daardoor heb je een streepje voor bij het NOC. Dat is toen onze kant op gevallen en moest er ineens een hoop georganiseerd worden. Dan ga je het invullen met de bondscoaches, met Frank Fiers en Valentina Berga-Belloni. Het is uiteindelijk geen competitie, anders hadden we het er niet doorgekregen. Het zijn wedstrijden voor topsporters als selectie voor het EK. Want hoe kom je anders op een EK?”

 

Wat zit er dit seizoen verder nog in het vat, aangenomen dat de coronamaatregelen worden verlicht?

“We hebben te maken met het EK eind juli en het WK begin september. Als we zelf nog wat willen, moeten we uiterlijk september een NK hebben. Dat wil ik heel graag en dat gaan we ook doen. De regiecompetities zullen ook op stoom komen en aan de gang gaan. Ik vind dat wij landelijk met de jeugdwedstrijden aan de bak moeten, daarvoor moet ik met de secties aan de slag. En dan de combinatie met de regio. Stel: we hebben een Dave van Damwedstrijd, laten we daar dan gelijk een landelijke baanwedstrijd van maken.”

Wanneer is je missie geslaagd?

“Wat ik wil is medailles halen op een WK. Maar er haken nu nog te veel goede rijders af. Dat is een gegeven, dat snap ik. Maar ik wil die jonge gasten begeleiden vanaf kadet en ik wil ze zolang mogelijk behouden voor het inlinen. Laat ze eerst maar eens op een WK een medaille halen en stap dan over naar het schaatsen, dan ben je nog vroeg genoeg. Als je jong allebei leert, dan kán je allebei. Mits je goede begeleiding krijgt. Als KNSB moeten we daarom meer multidisciplinair gaan nadenken. Er is een coach-overleg vanuit de KNSB, Coachesplatform noemen ze dat.

Met shorttrack en langebaan en ik zit er af en toe bij. Naar de toekomst toe is dat langebaan, shorttrack, inline dit samen doen, want die verwevenheid moeten we hebben. We moeten van elkaar weten: wat wil de sporter? Is dat 50 procent inline, is dat 60, 70 en 80 procent? Het is, en daar hamer ik op, de keus van de sporter. Maar daar heb je wel contacten voor nodig tussen de trainers onderling. Ik krijg overal te horen: ja je hebt gelijk, dat moeten we doen. Maar dan gaan we het ook doen! We zijn inmiddels multidisciplinair, dan moet je ook zo acteren.

Desley Hill heeft een aantal jaren de nationale selectie gedaan, Frank Fiers heeft het een aantal jaren gedaan en dat is allemaal minder geworden. Minder geld, geen status meer. Dit najaar willen we de NTISK opzetten. Dat staat voor Nationale Trainingsgroep Inline Skaten. Die groep moet gaan bestaan uit de de seniorengroep die we al kennen en de groep die in de talentteams zitten. De jeugd heeft de toekomst: onze ogen zijn op hen gericht.

Een groot aantal mensen is er gelukkig van doordrongen dat skeeleren potentie heeft. Daar klampen we ons aan vast en bouwen we op verder. Ik heb vanuit mijn trainersrichting, vanuit mijn hobby er mijn werk van kunnen maken. Die passie heb ik en daar hou ik niet mee op.”

Dit artikel verscheen eerder in ons magazine. De inline-editie van Proskating bestellen of lid worden? Dat kan hier.