Hein Otterspeer: “Ik ben nog lang niet klaar met het schaatsen”
Na een indrukwekkende loopbaan van achttien jaar als topsprinter heeft Hein Otterspeer zijn schaatsen ingeruild voor een coachjas. Maar zijn liefde voor de sport is onverminderd groot. In de podcast van Schaats Inside vertelt de voormalig sprintkampioen openhartig over zijn overstap naar het coachvak, zijn ambities, en de nieuwe rol die hij zich eigen maakt bij een nieuw professioneel schaatsteam.
“Ik wilde in de sport blijven,” zegt Otterspeer resoluut. “Daar heb ik nooit een geheim van gemaakt.” Toch was het na zijn afscheid niet direct duidelijk waar zijn toekomst lag. De grote ploegen klopten niet direct aan, en dat vond hij eigenlijk maar goed ook. “Ik moest mezelf nog ontwikkelen als coach. Dan moet je niet meteen met een stopbord naast je oude teamgenoten gaan staan.”
Die kans kwam er, via Ian Steen, met wie hij vanaf het eerste gesprek een klik voelde. Samen met Bram Smallenbroek zetten ze de schouders onder een nieuw professioneel team. “We zijn iets aan het bouwen,” zegt Otterspeer enthousiast. “De enige weg is omhoog. Dat gevoel hebben we nog elke dag.”
Hoewel hij nu niet meer zelf op het ijs staat, is zijn betrokkenheid groot. Hij traint mee op de fiets, zoekt de randjes op en observeert scherp. “Ik werk met een groep die weet wat het is om op topniveau te presteren. Sommigen hebben al op WK’s en zelfs de Spelen gestaan. Die hoef je niet te motiveren , die zijn hier maar voor één ding.”
Als coach wil hij zijn ervaring en inzicht overbrengen. “Ik weet hoe het is om daar te staan. Soms is één opmerking, één perspectief, precies wat een rijder nodig heeft.” Tegelijkertijd beseft hij dat coachen een ander vak is. “Je moet nadenken over hoe je boodschap overkomt. Dat is een leerproces. Maar ik vind het fantastisch.”
Otterspeer kijkt ook kritisch naar de sport. “Het schaatsen is nog te conservatief,” stelt hij. “We doen al jaren dezelfde trainingen. Er is ruimte voor vernieuwing, zolang het doelgericht is en past binnen het grotere geheel.” Hij noemt atleten uit andere sporten, zoals in de atletiek, als inspiratiebronnen. “Je pikt overal iets van mee.”
Toch is hij geen dromer. Eerst wil hij het vak echt leren. “Ik wil begrijpen waarom iets werkt, en dat dan op mijn eigen manier toepassen.” Met zijn technische kennis, scherpe oog en ervaring als rijder weet hij precies wat het vraagt om de wereldtop te halen — en daar te blijven.
Zijn eigen carrière kende pieken en dalen. Hoogtepunten zoals zijn vierde nationale sprinttitel en zijn eerste wereldbekerzege in Nagano staan helder op het netvlies. Maar ook diepe dalen, zoals het fietsongeluk in 2015 dat fysiek en mentaal een grote impact had. “Tot op de dag van vandaag draag ik dat met me mee,” vertelt hij eerlijk.
Toch overheerst trots. “Ik heb altijd alles gegeven. Tot de laatste trainingsweek heb ik 100% commitment getoond. Daar kan ik met een gerust hart op terugkijken.” En diezelfde toewijding eist hij nu ook van zijn rijders. “We zijn serieus bezig. We willen World Cups rijden, en ik verwacht dat dat gaat lukken.”
Zijn band met oud-ploeggenoten, zoals Sven Kramer, is nog steeds goed. En over de nieuwe generatie, zoals Jenning de Boo, is hij vol lof. “De wereld ligt aan zijn voeten. Hij rijdt met zo veel klasse. Hij heeft alles in zich om een grote te worden.”
Of hij ooit bondscoach wil worden? Otterspeer lacht. “Het zou kunnen. Maar ik ben blij dat ik die verantwoordelijkheid nu nog niet heb. Voor nu wil ik vooral een betere coach worden. Elke dag weer.”
Nieuwsgierig geworden naar het hele gesprek? Beluister hier de volledige podcast:
Meer verhalen en achtergrond? Word lid van Schaats Inside!