Persbericht 19 februari – Schaatsen Luleå – LKAB Grand Prix 4

‘Ik dacht alleen maar: oh god, ik heb ‘m

Puur schaatsspektakel, dat is wat de vrouwen en mannen uit het marathonpeloton het publiek in Zweden voorschotelde. Op het zee-ijs van de Botnische Golf ontvouwde zich in beide wedstrijden een bikkelharde koers waar in de finale letterlijk het recht van de sterkste gold. Bij de vrouwen was dat aan het eind van de rit Veerle van Koppen, bij de mannen Jordy Harink .

Aanvallende koers bij de dames

Een aanvallende koers over ruim 80 kilometer waar de spetters van afvlogen, dat is waar de vrouwen de toeschouwers op trakteerden. Werd in de eerste ronde nog enigszins afgewacht, de volgende negen ronden waren vol vuurwerk. Met aanvallen, kopgroepen, kopgroepjes en solisten. Onder impuls van klassementsleider Tessa Snoek (VGR/Vreugdenhil) en Open Nederlands Kampioen Natuurijs Esther Kiel (Puur ICT/BDZ, maar ook aanvallers pur sang Beau Wagemaker (A6) en Femke Mossinkoff (VGR/Vreugdenhil) volgde de ene na de andere demarrage. 

Kopgroepen die kansrijk leken werden telkens teruggereden en pas in de laatste ronden wist één rijdster zich los te maken uit de greep van het peloton. “Het was nog een eind”, vertelt de Haagse schaatster die het hele seizoen al opvalt door haar aanvallende stijl. “Maar het was wel een van de opties in de finale, dat als we voorin zaten en ik deze kaart kon spelen: dat mijn ploeggenoot Gioya Lancee of ik kunnen wegrijden, zodat onze kopvrouw Esther Kiel zich kan sparen voor de sprint.” 

Eerder in de wedstrijd had ze al kunnen oefenen voor haar solo, toen ze na een valpartij lang nodig om weer terug te komen. “Ik heb toen een ronde alleen gereden, dat was best wel pittig.” 

In de finale moest Veerle alles geven om het naderende pelotonnetje achter zich te houden, want de marge was telkens zo’n 20 a 30 seconden. “Je hebt hier tegenwind richting de streep, dus dan val je best wel stil”, zegt ze over de onzekere laatste meters. “Pas in de laatste 50 meter dacht ik alleen maar: ‘Oh god, ik heb ‘m’.”

Slijtageslag bij de heren

Bij de heren ontplofte de koers al in de eerste rondes. Het was Staphorster Marthijn Mulder die met zijn demarrage de lont in het kruitvat stak, waarop binnen een paar ronden het peloton versnipperde en er over het hele parcours losse groepjes rijders uitwaaierde. Het leverde in de 2 kilometer lange finisstreat prachtige taferelen op: door de zijwind reden de groepen in waaiers, een fenomeen dat niet alleen aan de wielersport is voorbehouden. 

Toen de stofwolken waren opgetrokken, was er grofweg sprake van drie groepen van telkens rond de 10 man. Uit de voorste groep wist een drietal rijders weg te springen. Jordy Harink, Crispijn Ariens en Ronald Haasjes wisten maximaal een minuut voorsprong te veroveren en leken zich in de laatste ronde relatief rustig op te kunnen gaan maken voor de finale. Leken, want achter hen wist de derde groep de tweede te achterhalen, waardoor er één grote groep ontstond. 

Met een drietal rijders van Team Essent werd er enorm gang gemaakt en slonk de voorsprong van het drietal zienderogen. “Ik zag Essent wel op kop rijden”, lacht Jordy Harink (Royal A-ware) na afloop. “Het was nog wel een speelbaar gat, dus ik was niet zeker van mijn zaak dat wij echt weg zouden blijven. We hielden gewoon het tempo er in en op een gegeven moment reed Crispijn Ariens (Reggeborgh) nog weg. We hadden nog wat speling in de kopgroep.” Uiteindelijk was het Jordy die op de streep mocht juichen. “We zijn gewoon goed bezig met z’n allen”, zegt hij over het succesvol uitgespeelde ploegenspel.

Winnen op natuurijs is voor Harink toch het mooiste wat er is, maakt hij duidelijk. Hij haalde afgelopen zaterdag nog een fraaie overwinning op het kunstijs van Utrecht, maar deze overwinning is voor hem er echt een om in te lijsten. “Deze staat voor mij hartstikke hoog. In het begin van het seizoen verklootte ik nog mijn wedstrijd in Amsterdam en dat ging een beetje in mijn hoofd zitten. Daarna heb ik een tijdje minder gereden. Maar ik ben blij dat ik er sinds januari weer lekker inzit. Echt top, ik kan niet anders zeggen.”


Schaats Inside schrijft in opdracht van het natuurijsevenement  Schaatsen Luleå.