Het vreemdelingenlegioen van Team Novus ken tal van nationaliteiten: Nederlanders, Belgen, maar ook een tweetal Britten, een Fransman en in de persoon van Kai in ‘t Veld zelfs een Nederlandse Griek. Het is niet alleen de veelheid aan nationaliteiten die de ploeg onderscheidt van de andere teams in het langebaanschaatsen: het is ook de aanpak en inbreng van de technische staf die de schaatsers verder moet brengen.
Spin in het web is Daniel Greig. De Australische oud-schaatser heeft een degelijke wetenschappelijke basis onder
de trainingsaanpak gelegd. Door gebruik te maken van Beoflow, een app die Greig zelf ontwikkelde en die gebaseerd is op biodata, kunnen schaatsers wereldwijd trainen en krijgen ze een individuele route richting een mogelijke topprestatie. Op het ijs zijn Michel Mulder met zijn schat aan ervaring en Thomas Geerdink met zijn grote technische kennis verantwoordelijk voor de verbetering van de prestaties. En oud marathonloper Michel Butter levert zijn schat aan ervaring, opgedaan in de atletiek, aan het team.
Met deze mix hoopt het team de rijders klaar te stomen voor de Olympische Spelen van 2026 in Milaan. Met acht tot tien schaatsers naar de Spelen gaan is daarbij het doel. Maar eerst volgt het seizoen 2024/2025, waarin het vreemdelingenlegioen van Novus de nodige stappen gemaakt wil gaan maken.
Dione Voskamp – “Ik wil heel graag naar het WK om de 500 meter te rijden”.
“Het is heel lekker om weer op het ijs te staan en leuk om weer richting het begin van het seizoen te gaan. Het was een goede zomer, al heb ik zelf nog wel een blessure gehad die wat langer duurde dan gehoopt. Maar ik heb wel hard door kunnen trainen, alleen wat meer aangepast. Iets meer cardio en ook krachttraining kon nog wel, maar specifieke dingen als skeeleren of shorttrack waren lastig om te doen. Ik moest wel oppassen met snelle dingen. Ik kan nu gewoon alles weer, dus
dat is wel fijn. Ik ben in principe blessurevrij, dus dat is op tijd. Ik ben wel blij dat ik het niet in de winter heb gehad, dan had ik er meer last van gehad. Nu kon ik er echt goed omheen werken.”
“Ik wil echt alles geven om volgend jaar naar de Spelen te gaan, maar dit jaar wil ook heel graag als individu naar het WK, om daar de 500 meter te rijden. Dat is echt wel het hoofddoel. Dat is iets wat nog steeds niet gelukt is en ik zit er elke keer wel heel erg dicht tegenaan. Ik voel me heel stabiel op dit moment, dus als ik stabiel op hoog niveau kan blijven schaatsen, dan hoop ik dat het haalbaar is.”
Michel Mulder – “De sport is gebaat bij een zo internationaal mogelijk veld”.
“We hebben natuurlijk al echt hele mooie resultaten gehad als ploeg. Toen Vanessa Herzog-Bittner red.) er nog bij zat won ze zilver op het WK. En Cornelius Kersten won brons. Er is intussen wel iets veranderd natuurlijk. Vanessa zit niet meer in de ploeg, maar ik denk dat we een hele goede ploeg hebben met mensen die heel erg vooruit gaan. Waar dat dan eindigt? Een wk-podium is altijd mooi.”
“Op het ijs traint Jutta Leerdam mee. We hebben daar met Kosta Poltavets (de trainer van Jutta red.) contact over hoe we dat doen. Waar Kosta en Jutta denken van: nou gaan wij aansluiten en nou doen wij dingen even anders, dan zeggen wij niet: dat gebeurt niet. Ze is bijvoorbeeld naar Inzell geweest omdat ze graag materiaal wilde testen, dus dan neemt ze die vrijheid. Kosta ging mee en nu staat ze met de ploeg op het ijs. Ze valt gewoon onder het dataprogramma van Daniel Greig. Dat hebben we met elke sporter en het is niet meer weg te denken in de tegenwoordige topsport.”
Cornelius Kersten – “Als je wilt schaatsen dan wordt het opereren”.
“Na mijn val vorig jaar in Inzell ben ik best hard de boarding in geklapt, waardoor ik veel extra schade had. Dat viel in het begin niet zo op, al had ik redelijk snel last van mijn heup. Omdat andere dingen zoals mijn buikspierwand urgenter aanvoelden, besteedde ik er minder aandacht aan.Door die crash bleek uiteindelijk dat ik een scheur in mijn heuplabrum had. Dat heeft me het hele vorige seizoen parten gespeeld.”
“In september zag ik dat die scheur iets groter was geworden. Toen was de keuze heel makkelijk: als je wilt schaatsen, of uberhaupt een normaal leven wilt leiden, dan wordt het opereren. Dat zag ik op dat moment meer als licht aan het einde van de tunnel dan als een tegenvaller. Omdat het al zo lang beperkt is en slecht gaat.”
Michel Butter – “We staan voor vrijheid en willen niet alles in hokjes plaatsen”.
Belgen, die een stap aan het maken zijn. De teampursuit hebben ze vorig jaar heel goed gedaan. Maar ook Naomi Verkerk en Dione Voskamp, die regelmatig de top acht halen. Dus ja, we zijn constant. We hebben ieder jaar wel progressie weten te maken. Cornelius afgelopen jaar niet, maar daarvoor pakte hij wel zilver op het WK. Maar zo’n jaar heb je er ook wel een keer tussen. Nee, we zijn tevreden met hoe de schaatsers zich ontwikkelen.”
“We staan open voor innovatie, dus we kijken naar hoe we dingen anders kunnen doen. Op een andere manier. Daniel Greig heeft een eigen trainingsprogramma ingericht, BioFlow, waar we alle data kwijt kunnen, logboeken. We kunnen schaatsers dus heel mooi op afstand trainen. De atletiek loopt voor op de schaatssport, maar niet op Team Novus. Onze programmering is anders. Te vaak worden programma’s nog geschreven op basis van wat er moet gebeuren in bepaalde periodes, periodisering, in plaats van echt goed te kijken naar de individuen en de respons op de trainingen. Dat kan heel mooi met data-analyse. En dan kijken: wat heeft iemand nodig, in plaats van: we zitten nu in deze periode en we moeten dit doen.”
Verder Lezen? Dit is een premium artikel en alleen te lezen in het magazine Schaats Inside #1 2024/2025
Wil je het gehele artikel lezen? Word dan lid!
Ook kun je het nummer los kopen