Een ander, kleiner team, met een nieuwe sponsor, een nieuwe outfit en een hele nieuwe uitstraling: de makeover van het voormalige Team Jumbo naar Team Essent kon haast niet vollediger. Oudgedienden als Dai Dai Ntab, Kai Verbij en Jorrit Bergsma stapten op of over, waardoor de ploeg nu voor een groot deel uit ‘eigen kweek’ bestaat. Het levert volgens trainer en rijders nu al een hele andere dynamiek op. Van een gevestigde orde die de dingen wil laten zoals het was, omdat het altijd heeft gewerkt, naar gretige jonge honden die er alles willen uithalen en niet te beroerd zijn daarvoor nieuwe wegen in te slaan. ‘We zitten op the edge’, zegt Jac Orie hierover en geniet daar zichtbaar van.
Zeker geen eigen kweek zijn de shorttrackers Selma Poutsma en Suzanne Schulting – stagiair Angel Daleman is dusdanig jong dat zijn over een paar jaar wellicht wel dat predicaat meekrijgt en laten zien dat Team Essent onder impuls van Sven Kramer nieuwe wegen wil inslaan. Met name Schulting is het type boegbeeld dat de topploeg ook gewoon nodig heeft, zeker omdat ze ook langebaanambities heeft.
Het team zal er als vanouds niet met alle hoofdprijzen vandoor gaan. Daarvoor is de ploeg te jong en zijn de tegenstanders te sterk. Een tussenjaar wil Jac Orie het niet noemen, maar dat sportief directeur Sven Kramer praat over 2030 als het jaar waarop wordt gemikt, geeft ook wel aan dat we te maken hebben met een ploeg in opbouw. Tegelijkertijd zit er nu al zoveel talent in de ploeg, dat er ook dit seizoen zonder twijfel al grote verrassingen uit de magentakleurige bus zullen rollen.
Jac. Orie – “Die nieuwe, frisse wind was echt nodig”.
“We hebben nu een heel dynamisch team, daar doen we echt heel veel voor. We zitten echt wel op the edge op dit moment, dat kan ik je verzekeren. Wat we doen en hoe we trainen, we zitten op the edge.’ Dat is ook wel het mooie van een nieuw team, of niet een nieuw team, het is een ander team. Je krijgt meer dynamiek en daardoor is het makkelijker om echt naar die edge te gaan. Omdat, als je een absolute winnaar hebt, die altijd voorzichtiger is in aanpassingen, omdat die al gewonnen heeft.”
“Het is nu een ander team, het zit anders in elkaar. Als mensen zich anders beginnen te oriënteren als ze aan het einde van hun car- rière komen, dan is dat altijd lastiger om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Ik kijk er niemand op aan, het is hun goed recht dat je dan om je heen begint te kijken. Die nieuwe, frisse wind was echt nodig, op meerdere gebieden. Ik vond het team ook te groot. Dat was één, echt numero uno. Stap twee was om een andere dynamiek in de ploeg te krijgen.”
Merijn Scheperkamp – “Heel erg het gevoel dat we een nieuwe start hebben gemaakt”.
“Elke schaatser heeft altijd een goede zomer gehad, wereldkampioen in de zomer. Maar als ploeg hebben we echt gewoon een hele goede zomer gehad. We hebben vanaf april veel op de fiets gezeten, wij sprinters ook. We hebben het toch iets anders aangepakt dan de afgelopen jaren, zeker voor mij persoonlijk. Vorig jaar is de keuze gemaakt om iets meer richting de 500 meter te gaan, wat gewoon wat minder uitpakte voor mij. Op de 1000 meter miste ik best wel wat inhoud, terwijl ik altijd als een 1500 meterrijder heb getraind. Dat heb ik dit jaar weer opgepakt.”
Joep Wennemars – “We hebben nu een beetje dat juniorengevoel, daar ga ik goed op”.
“De zomer is goed verlopen. Ik merk dat we met veel rijders op hetzelfde level zitten. Iedereen is jong, iedereen is gretig, we hebben allemaal dezelfde doelen. Het is nu een beetje dat juniorengevoel waar ik persoonlijk altijd heel goed op ging. Dat hebben we nu ook weer. Ik merk dat de sfeer heel goed is, dat we elkaar pushen. Dat is heel fijn. En uiteindelijk hebben we ook nog eens zo’n mooie nieuwe sponsor met een goede uitstraling. Dat vind ik mooi. Zo kunnen we een nieuw hoofdstuk starten.”
“We hebben een zware trainingsperiode gehad, veel maximale dingen gedaan. De laatste krachttraining van dat blok heeft mij genekt. Ik had al best wel wat voorvermoeidheid en na de krachttraining dacht ik wel dat het niet helemaal goed voelde bij mijn knie. Ik ben toen bij de fysio beland en hebben we de benodigde diagnostiek gedaan. Daar kwam al snel uit dat ik een scheurtje in de meniscus had. Dat kwam hard binnen en was niet leuk om te horen. De operatie was de volgende dag en weer een dag later merkte ik toch wel dat mijn lichaam het begon op te pakken.”
Beau Snellink – “We gaan er zo hard mogelijk tegenaan om zo hard mogelijk te rijden”.
“Er is nu een goede balans in de ploeg en hebben niet iemand die de kar moet trekken. We zijn natuurlijk zelf al aardig de wereld over geweest en hebben natuurlijk ook wel wat tips en ervaringen van Sven meegekregen. Toen ik mijn eerste jaar bij TalentNED zat mocht ik zes weken de bubbel in en daar zat ik ook met Sven, Jac en de hele schaatsploeg. Ik heb in die zes weken zoveel van Sven geleerd, doordat je huid op huid zat. Dat geeft wel aan hoe groot hij is natuurlijk. Ik heb best wel veel aan hem te danken.”
“Voor mij voelt het nooit als werk aan als ik hier in Thialf kom. Natuurlijk hebben we een mooi contract en wordt het daarin als werk genoemd. Ik heb altijd gezegd dat schaatsen gewoon een hobby is dat uiteindelijk mijn werk is geworden. Ik denk dat het mooiste is wat ik heb mogen beleven, dat ik hier elke dag mijn rondjes mag schaatsen voor mijn werk. Dat had ik vroeger nooit durven dromen en het is het mooiste wat er is.”
Verder Lezen? Dit is een premium artikel en alleen te lezen in het magazine Schaats Inside #1 2024/2025
Wil je het gehele artikel lezen? Word dan lid!
Ook kun je het nummer los kopen