Op zaterdag 10 november vindt de marathon plaats in Thialf, Heerenveen. Voor Mats Stoltenborg is dit sinds kort een thuiswedstrijd. De schaatser van Schaatsteam Bouw en Techniek, die geboren en getogen is in Hoofddorp, is speciaal voor zijn sport verhuisd naar Heerenveen. Stoltenborg heeft zowel op de marathon als op de langebaan grootse ambities, maar waar hij op de marathon een van de vaste waarden in het peloton is, wil het dit seizoen op de langebaan nog niet zo lukken. Nadat hij er tijdens het World Cup kwalificatietoernooi niet in slaagde zich te plaatsen voor de eerste wereldbekerwedstrijden, gaat het vizier nu weer op de marathon.
Het leven in Heerenveen bevalt Mats wel. “Ja, het gaat prima,” vertelt hij. “Ik heb een leuke huisgenoot en ik woon nu vlakbij de ijsbaan. Eerder moest ik anderhalf uur rijden om in Thialf te komen en ook weer anderhalf uur terug. Nu stap ik op de fiets en een minuut later ben ik op de ijsbaan. Dat is een wereld van verschil. Alleen mijn resultaten op de langebaan vallen nog een beetje tegen, daar had ik wat meer van gehoopt.”
Stoltenborg is een gedreven sportman en streeft altijd naar het beste resultaat. Het zit hem dan ook niet lekker dat het op de langebaan nog niet zo wil lukken dit seizoen. “In de marathon rijd ik prima, dus eigenlijk mag ik niet klagen, maar je wilt natuurlijk altijd meer. Ik had ten opzichte van vorig jaar wat meer verbetering verwacht. Ik voel me fit en we hebben hard getraind. Als je naar mijn ploeggenoten kijkt, rijden die ook allemaal hard. Aan de training en de schema’s ligt het dus niet.” Een verklaring heeft hij niet direct. “Je kunt blijven sleutelen en zoeken, maar soms is er gewoon niet echt een reden voor.”
De focus gaat nu dus weer op de marathon. Een marathon op het snelle ijs van Thialf is altijd een iets andere wedstrijd dan normaal. Regelmatig wordt het record voor ‘de snelste marathon’ of ‘het snelste rondje’ daar verbroken. “Heerenveen is altijd een snelle wedstrijd. Ik verwacht dat de schaatsers die hier trainen in het voordeel zijn. De vier grote ploegen, AB Vakwerk, Okay Fashion&Jeans, Royal A-Ware en wij, zullen wel de dienst uit gaan maken. In Heerenveen moet je technisch goed kunnen schaatsen om de snelheid aan te kunnen. De rondetijden zijn hier altijd een stuk sneller dan op andere banen. Ik denk dat de meest technische schaatsers hier het beste uit de voeten komen.”
Aanvallend rijden
Mede door de aanvallende stijl van Schaatsteam Bouw en Techniek, draaiden de afgelopen jaren maar weinig wedstrijden uit op een massasprint. Dit seizoen was het twee van de drie wedstrijden al raak. Is op snel ijs de kans op een massasprint nóg groter? “Ik vind het lastig te zeggen of het weer een massasprint zal worden. Om heel eerlijk te zijn heeft alleen AB Vakwerk er echt baat bij om het op een massasprint aan te laten komen. De rest van de ploegen gaan niet zomaar voor een massasprint. Dat zie je aan Royal A-Ware, die al drie wedstrijden op rij de sprint verliezen. Sjoerd den Hertog van Okay Fashion&Jeans kan natuurlijk heel goed sprinten, maar normaal gesproken is die ook niet snel genoeg om Gary Hekman te kloppen. Ik hoop dat andere ploegen gaan inzien dat ze beter samen met onze ploeg kunnen gaan aanvallen, omdat dat meer zoden aan de dijk zet dan wachten op een eindsprint.” Eén van de overwinningen op de massasprint dit seizoen ging overigens naar Bouw en Techniek zelf. In Utrecht was Bart Swings de rapste en bezorgde de ploeg de eerste zege van het seizoen. Swings zal in Heerenveen echter niet aan de start verschijnen, hij is zich aan het voorbereiden op de wereldbekerwedstrijden in Azië.
Mats staat bij het grote publiek vooral bekend om zijn aanvallende manier van rijden. “Dat is leuk, maar hoe aanvallend ik ook rijd, ik win nog veel te weinig. Misschien moet ik mijn aanvallen wat beter indelen, zodat als ik ga, het ook echt een serieuze aanval is. Het zijn niet altijd heel nuttige aanvallen. Ik kan alleen maar winnen door weg te komen, maar uiteindelijk kun je dat ook weer niet in je eentje. Je moet zorgen dat je bij de juiste groep zit en hoe meer je aanvalt, hoe groter de kans dat je erbij zit.” Ook de rest van Schaatsteam Bouw en Techniek weet wat aanvallen is. De ploeg rijdt altijd mee in de kop van de koers. “Misschien moeten we het als ploeg ook wat tactischer aanpakken. We zijn vaak met een of twee rijders vertegenwoordigd in de kopgroep, maar als de rest van die groep dan de benen stil houdt en ons het werk laat doen, putten we onszelf alleen maar uit en gaan anderen er uiteindelijk met de bloemen vandoor. Ik denk dat wij ook af en toe eens moeten bluffen en anderen het werk moeten laten doen, om op die manier onze energie beter te verdelen.”